Het laatste weekend van de herfstvakantie, toen de herfstvakantie nog onverdeeld Nederland aandeed, was traditioneel het laatste weekend dat de campings nog open waren. Dit geldde voor iedereen, dus ook bij de boer en de Scouting veldjes die vaak niet meer waren dan iets van gras, tussen iets van bomen, met de mogelijkheid je Hudo te graven. En zoals wij het weer kennen in Nederland, zweette je het ene jaar in je Fleecejas en liep je het jaar daarna met opgestroopte mouwen.
Wij liepen het laatste weekend van elke herfstvakantie, toen de herfstvakantoe nog onverdeeld Nederland aandeed, een van de LAW-paden die ons land rijk is. De Lange Afstands Wandelpaden lopen bijvoorbeeld van de zee tot aan de grens met Duitsland. Elk jaar pakte we een flink stuk en liepen we met volle bepakking vanaf het punt waar we vorig jaar gebleven waren tot waar we gepland hadden uit te komen.
Aangekomen op het Scoutingveldje, maakte we met ons allen het eten voor iedereen. Mensjes die stuk waren, hielden zich bezig met simpele klusjes vanaf hun hol, terwijl de mensen die nog konden, de tweepersoonstentjes opzetten. Waar je in die tijd nog wel bijna van zeker kon zijn ,toen de herfstvakantie nog onverdeeld Nederland aandeed, was dat het ‘s nachts vroor. Zodra de zon weg was, klapte de temperatuur van verschillende hoogtes naar beneden.
Uiteraard werd de nacht na een goede maaltijd ingeluid met een lichamelijke uitdaging (spelletje) voordat we het vuur ontstaken wat in de tussentijd was opgebouwd. Het grootste gedeelte van de nacht die dit weekend brak, toen de herfstvakantie nog onverdeeld Nederland aandeed, zaten wij met ons gezicht richting een loeiheet vuur en met onze rug in de kou. Het besef dat dit een raar gevoel is, zal de meesten niet eens geraakt hebben. Van voren, slaat het stoom van je broek, terwijl de rijp aan de achterkant van je jas neerslaat.
Zo deden wij dat, in het laatste weekend van de herfstvakantie, toen de herfstvakantie nog onverdeeld Nederland aandeed.